Longen en luchtwegen

De longen zijn twee grote sponsachtige organen, die vrijwel alle ruimte in de borstkast innemen. De longen zijn nodig voor de ademhaling. De ademhaling zorgt ervoor dat zuurstof het lichaam in komt (inademen) en de koolstofdioxide eruit gaat (uitademen). Zuurstof is nodig voor alle processen in het lichaam.

De longen bestaan uit miljoenen kleine blaasjes. Deze blaasjes halen zuurstof uit de ingeademde lucht en verwijderen koolstofdioxide (een afvalproduct) uit het bloed. Tussen alle longblaasjes door lopen kleine bloedvaatjes die de zuurstof uit de longblaasjes opnemen en koolstofdioxide aan de longblaasjes afgeven. Deze vaatjes vervoeren de zuurstof naar de grote bloedvaten die naar alle andere organen lopen. De luchtpijp splitst zich naar beide longen en vertakt tot de bronchiën, de grotere luchtwegen. De bronchiën vertakken zich tot de bronchiolen, de kleinere luchtwegen die uiteindelijk naar de longblaasjes (alveoli) lopen. 

In de ingeademde lucht zitten ook schadelijke stoffen en ziektekiemen. Aan de binnenkant van de longen zitten trilhaartjes en een slijmlaag. Het vuil blijft vastzitten in de slijmlaag. De trilhaartjes werken de slijmlaag langzaam naar buiten, waar het ingeslikt of uitgehoest wordt. Zo blijven de longen schoon.