Bedplassen

Bedplassen (de medische term is enuresis) is het legen van de blaas tijdens de slaap. Het komt bij 5 tot 10% van de basisschoolkinderen voor. Maar ook 0,5 tot 1% van de volwassenen heeft er last van. Bedplassen lijkt een simpel en niet-ernstig probleem maar het heeft veel impact op de kwaliteit van leven. Vaak is het zelfvertrouwen van bedplassers lager en is er een gevoel van schaamte. Bij kinderen in de leeftijd van 5 jaar is er sprake van ‘nachtelijke incontinentie’ als het kind twee keer per week of vaker in bed plast. Bij een kind van 7 jaar is dat als het kind één keer per maand of vaker in bed plast. Behandeling van bedplassen bij kinderen die jonger zijn dan 6 jaar wordt afgeraden.

Diagnose stellen

Het is van belang dat de zorgverlener de totale situatie van het kind goed in beeld krijgt door vragen te stellen (anamnese).  Informatie over plas-en drinkgewoonten, ontlasting, hoe vaak het kind ‘s nachts nat wordt, of het kind wakker wordt om te gaan plassen. Ook een nauwkeurig bijgehouden plasdagboek is een belangrijk hulpmiddel voor de zorgverlener bij het stellen van de diagnose. Alles wat een kind drinkt en plast wordt bijgehouden. De nachtelijke urineproductie wordt gemeten door ’s ochtends de luier te wegen en daar het gewicht van een droge luier af te trekken. Samen met de hoeveelheid van de eerste ochtendplas vormt dit de nachtelijke urineproductie.

Een basisadvies bij bedplassen is om elke dag 1,5 liter vocht binnen te krijgen. Waarbij het grootste deel in de ochtend en het begin van de middag gedronken wordt. Daarnaast is het advies om 6- 7 plasmomenten per dag aan te houden. De motivatie van het kind en van de ouders is van groot belang om het probleem aan te pakken.

Behandeling

Afhankelijk van de verkregen gegevens tijdens de anamnese maakt de zorgverlener een behandelplan. Voorwaarde voor er gestart wordt met de behandeling om niet meer in bed te plassen is dat het plassen overdag goed moet gaan. Er mag ook geen sprake zijn van obstipatie. Als er sprake is van urineverlies overdag, van erg vaak gaan plassen of van urineweginfectie (blaasontsteking) dan is het nodig om daar eerst een trainingstraject voor te starten.

Als het bedplassen daarna nog bestaat kan een plaswekkertraining of een behandeling met medicijnen een oplossing zijn. Soms worden beiden ingezet. Af en toe is een ‘droog-bed training’ tijdens een opname in het ziekenhuis een goede optie. Deze training wordt niet in het Slingeland Ziekenhuis aangeboden.  

Meer informatie

• Urine-incontinentie