Intolerantie

Van intolerantie wordt gesproken als het lichaam (steeds weer) negatief reageert op een bepaalde prikkel. Bijvoorbeeld iemand krijgt steeds buikpijn en diarree na het drinken van melk. Bij een intolerantie is het immuunsysteem niet betrokken, zoals bij een allergie. Intolerantie is dus iets anders dan allergie. In geval van intolerantie voor voedingsmiddelen speelt de darm een rol.

Lactose-intolerantie

Een bekend voorbeeld van intolerantie is melksuiker-intolerantie.Een aantal voedingsmiddelen bevat lactose (melksuiker). Koemelk is daarvan de bekendste. Niet iedereen verdraagt lactose. Dit melksuiker wordt in het lichaam afgebroken (gesplitst) door het darmenzym 'lactase'. Mensen met een tekort aan lactase kunnen slechts een beperkte hoeveelheid lactose verwerken. Dit heet lactose-intolerantie. Als deze mensen meer lactose innemen, wordt het teveel aan lactose niet gesplitst door het lactase. Wanneer er te veel lactose in de dikke darm komt, ontstaan diarree en vaak ook buikkrampen (zie ook chronische diarree).

Bij Noord-Europeanen komt lactose-intolerantie nauwelijks voor, waardoor zij koemelk goed verdragen. Bij Zuid-Europeanen en mensen uit Afrika en Azië komt lactose-intolerantie veel meer voor. We zien daar dan ook een ander gebruik van zuivelproducten in de keuken. De hoeveelheid lactose die een persoon met lactose-intolerantie nog kan verwerken, is per persoon verschillend. De één kan één glas melk verdragen, de ander heeft al last van een klein toefje slagroom. Iemand met melksuiker-intoleratie kan verzuurde melkproducten zoals yoghurt en karnemelk, die minder melksuikers bevatten, doorgaans wel goed verdragen. Dat geldt ook voor kaas. Een specifieke behandeling is er niet. De makkelijkste oplossing is het vermijden van lactose in de voeding. Een diëtist kan helpen door aan te geven in welke voedingsproducten lactose voorkomt. Een alternatief is het gebruik van lactase-tabletten, zoals Kerutabs.